Van Harrison Hotsprings naar Cache Creek
Vandaag een soort tussen dag. We rijden via de 1 en de 12 (aanrader) naar het noorden in de richting van Wells Gray Provincial Park. Daar hopen wij morgen aan te komen. Een dag eerder dan eerst gepland. Maar onze cottage heeft nog een huisje vrij dus dat komt voor ons goed uit. 10 jaar geleden hebben we dit park ook bezocht maar nu willen we nogmaals zien waarom het zo mooi is.
Onderweg zagen we onze eerste Big Horn Sheep, helaas niet met de grote gekrulde hoorns. We denken dat het een vrouwtje was.
We overnachten vannacht in Cache Creek. Een niets zeggend dorpje waar je echt overnacht op doortocht. Er is niets en verder ook niets te beleven behalve een grappige eigenaar van een Motel. Die gokt of we uit Engeland of Australie komen. En als we uit Nederland komen dan zijn we geïmporteerd. Tja!
Laatste dag Vancouver Island met beer 4, 5 en 6
Rondom ons motel verder geen beer meer gezien. Wel een voorruit dat bevroren was. Hebben we op onze Jeep een mooie functie voor zitten. 2x op de startknop van de afstandsbediening drukken en de motor gaat draaien. Alle deuren nog op slot en je zit rustig aan je koffie. Niets zeggen tegen de Groene Brigade!
We gaan nog even naar Stamp River Provincial Park. En zien weer 3 beren langs het meer lopen. Helaas waren ze te snel op verschillende plekken om foto? te maken. Wij naar beneden naar de rand van het meer waar we ze zagen. Geen spoor meer te bekennen. Best wel angstig om op de plek te lopen waar een paar minuten er voor beren hadden gelopen. Het park is rondom een rivier en een meer gesitueerd. Doordat het zo koud is geweest stoomt het water van de waterval en het meer. Dit met de bebossing er omheen maakt het heel mysterieus. een mooie omgeving.
Om 10.00 uur gaan we richting de veerboot. 2 dagen eerder dan we hadden gepland maar we hebben het mooie eiland wel gezien. We boeken een nacht extra in Wells Gray. Daar waar we ruim 10 jaar geleden een mooi park aantroffen wat we nu verder willen verkennen.
Tijdens de boottocht zien we op afstand nog 4 bultruggen zwemmen. Ook te ver om een goede foto van te nemen helaas. Na een file van 30 minuten zijn we nu aangekomen in het lieve Harrison Hot Springs. Wij zijn verre de jongste hier.
Vancouver Island: via Duncan en Port Alberni naar Campbell River
Vrijdag 4 oktober
De wandeling van de dag ging door het Beacon Hill park. Hier staat de langste vrijstaande totempaal. Meer dan 50 meter hoog. Was een inspanning van iemand in de jaren 50 van de vorige eeuw.
Verder het schiereilandje van Victoria rondgelopen langs de oceaan. Halverwege zagen we 3 otters in het water. Ons eerste echte wild. Verderop kwamen we uit bij Fishermanswarf. Gekleurde drijvende huisjes wat behoorlijk commercieel is. Een aantal zijn woningen maar het meeste fastfood hutjes.
De wandeling eindigde in het centrum van Victoria. Hiermee hadden we het stadje wel gezien. Na een koffie bij Starbucks op zoek naar een supermarkt om in te slaan voor de komende dagen in de auto. ‘s Avonds de verlichte gebouwen bekeken en bijtijds naar bed.
Zaterdag 5 oktober 2019
We vertrokken rond 9 uur uit Victoria, eindbestemming Port Alberni. Na eerst verkeerd gereden te hebben, omdat we onze navigatie nog inclusief veerboot hadden ingesteld staan, een tussenstop gemaakt in Duncan. Hier heb je door het centrum een rondleiding langs totempalen. Er staan er hier tientallen. Dit om Duncan op de toeristische kaart te zetten een aantal decennia geleden. De zon brak door en door dit oude dorpje met zijn laagbouw was het een afwisseling op het auto rijden. Sabrina heeft alle totempalen op de foto gezet.
Onderweg in het plaatsje Youbou 2 elken zien liggen in het gras bij een woning. Deze keer kwamen ze niet achter ons aan.
Aangekomen in Port Alberni, waar het beer seizoen is, hebben wij langs de kade van de rivier beren proberen te zien. Dit moest een heel grote kans geven. Helaas geen beer maar wel een zeeleeuw die op vis aan het jagen was. In onze B&B werden we ontvangen door de eigenaresse. Zij had beren in haar achtertuin gehad meerdere keren en ook kort geleden. Wij hebben alleen lompe beren gezien.
Zondag 6 oktober 2019
Vanochtend voor het ontbijt nog langs de waterlijn gekeken, teller bleef op 0 staan qua beren. Blijkt onze huisgenoot wel op hetzelfde moment een beer in de achtertuin te hebben gezien. Gelukkig heeft hij ons niet geroepen.
Na het ontbijt naar Stamp River Provincial Park. Hier moeten ook beren zijn. Mooi park met korte wandelpaden. Even 300 meter redelijk steil omhoog naar een uitzichtpunt. Hier spreekt een man ons aan: “Tat dee zien a beer daaro”. Duidelijk Nederlanders en wij verlossen hem uit zijn lijden. Wij zijn ook Nederlanders. Heel ver weg zien wij nog een glimp van iets zwarts dat beweegt in het water. Na een foto identificeren wij inderdaad een beer maar wel erg korrelig. We wachten nog een kwartier en ineens staat onderaan de berg in het water de zwarte beer in het water. Badend en zittend in de rivier. Na ongeveer 20 minuten sprint hij het bos in.
Wij vervolgen ook onze weg naar het noorden van Vancouver Island met als tussen stop Campbell River. De weg gaat langs de zee want de doorgaande snelweg is zeer saai de eerste kilometers. Wij nemen dus de 19A. Zien onderweg nog zeeleeuwen op pontons liggen. En rijden door kleine dorpjes op goed verharde wegen.
In Campbell River een wandeling gemaakt door een stuk van Strathacona Provincial Park naar een waterval en een hangbrug. Het is zondag en druk met dagjes mensen. Morgenochtend gaan we nog eens langs bij een zalmkwekerij waar we gaan kijken waar de aangekloven zalmen door ontstaan zijn.
Campbell River naar Port McNeill en Noord Eiland
Er waren meer aangekloven zalmen maar geen dader te vinden. Dan maar in de regen door naar het uiterste noorden van Vancouver Island. Onderweg zoveel mogelijk langs de kust proberen te rijden over de oude snelweg 19A. Mooie route door dorpjes, echte ruige visser plaatsjes. Laagbouw ongecoördineerd wat rommelig aandoet.
Langs de weg zijn we gaan lunchen bij een aantal pontons op het water. Na een paar seconden kwamen we door het kabaal er achter dat het vol zeeleeuwen zat. Met het blote oog lastig te zien maar de camera haalde dit makkelijk naar voren. De rest van de weg ging door de heuvels vol met bomen. Maar dat is schijn. Wanneer je goed door de bomenrij heen keek zag je dat op heel veel plekken het bos kaal gehaald was door de houtindustrie. En dat is echte een industrie hier. Ook met de nodige tegenstanders.
Rond het middaguur kwamen we aan bij Port Alice, een klein dorpje midden in het achterland richting de Stille Oceaan, in licht aan een diepe inham. De weg er naar toe reed langs meertjes en ook door bos en ergens halverwege stak een relatief kleine beer de weg over. Deze was zeker nog niet volgroeid. Kort bleef hij naast de auto lopen om vervolgens het bos richting het meer in te schieten.
Kort nog even een stop gemaakt in Telegraph Cove. Een oud vissersdorpje op palen wat nu een hotel is. En als we al het asfalt er omheen mogen geloven dan willen we hier niet in de zomer zijn.
De overnachting was voor ons in Port McNeill. Ruig vissersdorp waar niets te beleven valt.
Van Amsterdam naar Vancouver naar Victoria
Woensdag 2 oktober 2019
Om 7:00 uur vertrokken vanaf Schiphol naar Zurich. Met wat vertraging vertrokken we naar Vancouver. 6 minuten voor het geplande tijdstip van aankomst stapten wij uit het vliegveld op Canadese bodem. Na ruim 10 jaar weer terug. Nu om Vancouver Island te bekijken en de Icefield Parkway hopelijk zonder mist en regen dit keer.
Eerst de auto opgehaald. We hebben dit jaar maatje Hummer mee gekregen. Een behoorlijke upgrade. Na wat eten en drinken gehaald te hebben voor de eerste dagen koffers achter gelaten in onze B&B en langs het water naar het oude dorpje Steveston gelopen. Hier herkennen wij niets meer van. Het is bekend om de boten die walvissen gaan spotten en het doet wat Westerns aan.
Na wat gegeten te hebben kwamen we tot de conclusie dat het voor ons 3 uur ‘s ochtends is. We wandelen terug met onze laatste krachten. Jet Leg heeft van ons gewonnen. Welterusten.
Donderdag 3 oktober 2019
Na een nacht van 13 uur schuiven we aan aan het rijke ontbijt van onze B&B. Rustig aan pakken we de auto in en rijden naar de veerboot. Onze plek op de boot hebben wij om 11.00 uur gereserveerd. Een uur van te voren moet je je melden en dat deden wij dan ook netjes. Bij het aan boord gaan stond er iemand in 1 van de rijen te slapen. Hierdoor mochten wij eerder de boot op. De slaper werd naar voren gehaald en mocht vervolgens zijn plekje achteraan afwachten. Die zal er wel wat van geleerd hebben denken wij.
Stipt om 10.00 uur vertrekken we. Hierdoor liggen we nu dus een uur voor op ons vakantie schema. De boottocht gaat over de Strait of Georgia tussen de diverse eilanden door. Een mooie tocht van 1,5 uur maar helaas zonder de water dieren.
Op Vancouver Island zijn wij zo snel mogelijk van de snelweg afgegaan en langs het water gaan rijden. Belachelijk mooie huizen staan hier maar helaas voor ons geen plek om even rustig een kop koffie te drinken. Over de binnenwegen zijn wij naar Victoria gereden naar ons hotel voor de komende 2 nachten.
De eerste wandeling ging naar…….. Beavertail!!!!! Dat is een cake in vorm van een beverstaart belegd met suiker en kaneel (origineel recept) of met caramel, chocolade en cheese cake. Dat was onze lunch. Heerlijk om weer terug te zijn.
Verder naar Chinatown en wat rond de haven gelopen. Victoria is een stadje waar veel opgeknapt wordt. Oude gebouwen die er mooi bij staan en anderen alleen nog de muren maar die pakken ze nu aan. Eigenlijk aan niets merk je dat je op een eiland zit. Het is ook 500 km lang en 80 km breed.
Noord eiland en terug naar Port Alberni
Vanochtend door gereden naar het uiterste noorden van het eiland. Een saaie weg door een bos waar niet veel gebeurde. Ondertussen was het weer wel opgeknapt. De afgelopen dagen veel regen gehad en nu was het zelfs een beetje warm. Het eindpunt over 60 kilometer moest een strand zijn maar na 20 minuten hebben we de rit afgebroken en zijn nog even Port Hardy ingereden. Dit dorp is duidelijk in 2-en gesplitst met de First Nations, Kwakiutl, die in een achterbuurt wonen en een bende maken van hun omgeving en de Canadezen. Verder ook weer een ruig visserdorp met veel verschillende laagbouw, weinig groen en veel asfalt. Een goede Horror film zou hier kunnen beginnen. Rond het middaguur beslissen we om deze omgeving vaarwel te zeggen en onze oorspronkelijke route los te laten. We gaan weer terug naar Port Alberni, waar we in een park ons eerste beer zagen. Hier in het noorden hebben we wat Elken in een tuin zien liggen maar zelfs de veel beschreven Zeearenden zijn gevlucht.
Een lange rit over de snelweg 19 is afwisselend met wat heuvels, bomen en op de achtergrond bergen met sneeuw. Af en toe stoppen we bij een meer maar ook daar gebeurd niets. Wel mooie omgevingen.
We twijfelen of we nog op beren jacht gaan om 16:00 uur maar besluiten toch maar een overnachting te zoeken en morgen ochtend het park in te gaan. Nu nog even een drankje drinken in de zon en dan eten.
The Clam Bucket werd ons eerder aangeraden dus die 900 meter hebben we lopend afgelegd. Halverwege keken we in een tuin en daar liep parallel aan ons op zo’n 30 meter afstand van ons een grote zwarte beer mee. Dan sta je toch wel even te kijken en zoek je snel je fotocamera. Het dier stopt ook en kijkt ons aan. Gaat wat snuffelen en liggen. Wij maken snel nog wat foto’s en gaan dan ook maar snel weer door én we moeten nog terug. Maar op de terugweg hebben we niets meer gezien in het donker…..
Zojuist hebben we wat onderzoek gedaan rond ons motel. Wij vermoeden dat achter ons gebouw de doorgang zit waarlangs de beer moet zijn gelopen. We zitten namelijk op dezelfde weg als 3 nachten geleden en we kunnen een duidelijke weg herkennen zonder enige opstakels. Vannacht maar voorzichtig naar buiten.
(veilig) terug thuis
De reis van Udabno naar Tbilisi hebben we rustig aan overleefd. De eerste kilometers over de hobbelige weg over de steppe. Verder niet veel meer ondernomen. Wat rond gelopen in een winkelcentrum. Op een paar kilometer van het vliegveld.
De vlucht vertrok, met ons, vroeger dan gepland waardoor we ook 45 minuten voor op schema landden op Schiphol. Terug in het geordende verkeer van Nederland. (Voormalig) Sovjet unie overleefd. Wat een klein wonder mag heten.
Davit Garteja klooster
Door naar Udabno en dan met name Davit Garetja. Dit zal helaas ons laatste klooster zijn. De weg er naar toe is volledig aangepast op het niet ontvangen van de verwachte grote stroom toeristen. Wat een hobbel weg. Maar het klooster is wel het bezichtigen waard. De entree van het toilet kost geld, maar het klooster en de omgeving is gratis. Ook dit klooster leek een beetje op een fort gebouwd in de bergen met een kerkje middenin. Moeilijk te omschrijven maar de foto’s vertellen vast meer.
Nu overnachten we in Udabno waar letterlijk meer varkens wonen dan dieren. Onee, mensen, we moeten respect houden voor de Georgiers. Hier moet je aanbellen bij de supermarkt en dan komt de eigenaresse deze opendoen. Het heeft verschillende “Guest houses” en 1 restaurant operationeel met 6 gerechten op de kaart. We zitten nu ook in het droge zuid oosten waar de tijd echt nog stil heeft gestaan. Gelukkig heeft de EU hier wel een gemeenschapshal opgezet. En dit in een gemeenschap van maar liefst 800 paardenkoppen. Het is wel het verreweg meest moderne gebouw in het dorp wat totaal afsteekt tegen de armoede hier.